Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij bracht al de [23]priesters uit de steden van Juda, en [24]verontreinigde de hoogten, alwaar die priesters gerookt hadden, van [25]Geba af tot [26]Ber-seba toe; en hij brak de hoogten [27]der poorten af, [ook] die aan de deur der poort [28]van Jozua, den overste der stad, was, welke aan iemands [29]linkerhand was, in de stadspoort [gaande]. 23. Namelijk, de afgodische. 24. Te weten, mits die onbekwaam en onwaardig tot hun afgodendienst te maken. 25. Een stad in Benjamin, de noordpale des koninkrijks van Juda. Zie 1 Kon.15:22. 26. Gelegen in Juda, en de zuidpale van het gehele land Kanaan. Zie Gen.21:31. 27. Dat is, die aan de poorten waren. 28. Dat is, hij heeft zowel der geweldigen en oversten, als der armen en geringen afgoderij verhinderd. 29. Hebreeuws, de linkerhand eens mans; namelijk desgenen, die ter stadspoort inkwam.